De Tweede Wereldoorlog is in volle hevigheid losgebarsten en schrijver George Orwell is er vanuit Londen getuige van. In de zomer van 1940 wordt hij 37 jaar oud. Te oud om actief te vechten, zoals hij eerder in Spanje nog wel deed. In plaats daarvan zit hij zich te verbijten en moppert hij er in zijn dagboek op los. Op de Britse regering, die elke keer precies de verkeerde beslissing neemt. Op de media, die stemming maken en tegelijk onbetrouwbaar zijn omdat ze onder censuur staan. Ook zijn stadsgenoten moeten het ontgelden. De ene keer staan ze tijdens een luchtalarm massaal stompzinnig naar de lucht te staren. De andere keer kijken ze vreemd op als hij in de pub vraagt of het radionieuws aangezet mag worden. Intussen drogen de inkomsten van de schrijver op en neemt hij een baantje bij nota bene de propaganda-afdeling van de BBC.