Willem: Iel legoal

‘Dat wordt gien oaltjen mar rooken van de zoemer, buur’, open ik het gesprek. Buur haalt een pak Van Nelle tevoorschijn en bouwt bedachtzaam een sjek. ‘Oe zo?’, wil hij weten. ‘Je moeten apen niet laaren klimmen’, licht ik toe, ‘Ze eawen in die serie pal vor de camera een keupien oal eskrobbed in nou eawen we zes dierenwelzijnsorganisaties an oenze poer angen. Et kabinet, alles is er bij betrokken’. ‘Man, man, man’, vindt Buur, ‘Wat een soedeken’. ‘De oal ging kronkelen toen er een pekkien zout in de keup egooid worde’, verklaar ik het ongenoegen bij de mensen die het verrekten om te gaan metselen of timmeren. ‘Wat een gekken’, grijnst Buur, ‘Dat is wat oal dut!’

​ 

Plaats een reactie